Webinar ‘Het uur van Willem van der Leegte’

20-10-2022, 11.30-12.30 uur | online

VDL Groep. Een iconisch rood, wit, blauw logo dat symbool staat voor een doeltreffende operatie van ruim honderd maakbedrijven. Van metaal, bussen tot halfgeleiders. Binnen de maakindustrie heeft deze gigant vrijwel overal een vinger in de pap. Onder leiding van Willem van der Leegte neemt de onderneming met bijna 16.000 medewerkers een stevige positie in als een van de grootste industriële werkgevers in Nederland. In 2021 behaalde het Brabantse familiebedrijf na twee jaar tegenwind alsnog een omzet van bijna 5 miljard.

Wat kunnen we leren van dit Eindhovense conglomeraat? Hoe belangrijk zijn innovatie en digitalisering voor VDL? Wat is de visie van het bedrijf op ketenlogistiek, geopolitiek, duurzaamheid en niet onbelangrijk talent? Een uur lang gaat presentator Roelof Hemmen in een ‘zomergasten-achtige’ setting in gesprek met topman Willem van der Leegte.

Het webinar vindt plaats op donderdag 20 oktober van 11:30 uur tot 12:30 uur. Dit webinar wordt georganiseerd voor medewerkers van de ministeries van Financiën en EZK, Provincies, relaties uit het ecosysteem van de ROM’s, Invest-NL en voor portfoliobedrijven van de ROM’s.

Volg het webinar via Het uur van Willem van der Leegte

Regionale ontwikkelingsmaatschappijen motor achter maatschappelijke transities

Resultaten ROM-Nederland 2021

Vanaf eind 2021 zijn de regionale ontwikkelingsmaatschappijen (ROM’s) landelijk dekkend. Vanuit dit landelijk netwerk vormen de 9 ROM’s de motor achter maatschappelijke & economische uitdagingen als de energietransitie, de voedseltransitie, gezond ouder worden en veiligheid. Allemaal landelijke opgaven die vanuit de regio’s gerealiseerd worden. Het afgelopen jaar waren de ROM’s betrokken bij 734 landelijke innovatieprojecten met een omvang van € 190 miljoen. Ook ondersteunden de ROM’s 223 buitenlandse bedrijven bij nieuwe vestigingen en uitbreidingen met 9.012 arbeidsplaatsen en € 2,1 miljard aan uitgelokte investeringen. De ROM’s zijn betrokken bij de helft van alle venture capital aanvragen in Nederland en zijn daarmee met afstand de meest actieve investeerders van Nederland.

“De ROM’s betekenen ongelooflijk veel voor regionale ondernemers. Dat laten de resultaten uit 2021 wel zien. Sinds de oprichting neemt het aantal bedrijven dat is geholpen alleen maar toe. Zo is het aantal innovatieve bedrijven waarin geïnvesteerd is gegroeid van 126 in 2016 naar 250 in 2021. En investeren is slechts een van de taken van de ROM’s. In totaal zijn duizenden bedrijven een stap verder geholpen. Nu de ROM’s landelijk dekkend zijn, organiseren we nog beter de regionale en bovenregionale samenwerking tussen innovatieve bedrijven, overheid en kennisinstellingen. Zo ondersteunen we nog meer innovatieve ondernemers en dat is goed voor de bedrijvigheid van Nederland”, aldus minister van Economische Zaken en Klimaat Micky Adriaansens.

Bekijk de infographic ROM-resultaten 2021

Maatschappelijke en economische impact
Een optische AI-technologie om te zien hoe lang groente en fruit houdbaar blijft (OneThird uit Enschede), een toiletreinigingssysteem op basis van ultrasone geluidsgolven (TranZero uit Creil), batterijen die sneller opladen en lichter, efficiënter en goedkoper zijn (LionVolt uit Eindhoven), of het versnellen van de toepassing van waterstof in de maritieme sector (consortium SH2IPDRIVE). Het is een kleine greep uit innovaties van bedrijven die door de regionale ontwikkelingsmaatschappijen het afgelopen jaar geholpen zijn.

Innovatief ondernemerschap is essentieel voor het toekomstig verdienvermogen van Nederland. Verandering wordt gerealiseerd in de regio. Krachten bundelen tussen regio’s en het rijk is echt nodig om innovatie te stimuleren voor de toekomst van Nederland. Dit bevestigt ook het rapport ‘Samen de lat hoog leggen’ van de Adviesraad voor Wetenschap, Technologie en Innovatie (AWTI) medio 2021.

Het afgelopen jaar voerde het ministerie van Economische Zaken en Klimaat een landelijke evaluatie uit naar de ROM’s over de afgelopen vijf jaar. Dat rapport wordt in de komende maanden gepubliceerd.

 

ROM’s de economische schakel tussen rijk en regio

Regionale krachten bundelen

De gezamenlijke ROM’s betekenden in 2021 veel voor het innovatieve bedrijfsleven van Nederland.

In 2021 werkten de ROM’s intensief samen aan proposities voor het Nationaal Groeifonds. Daarnaast werken de ROM’s samen aan (Europese) programma’s in het kader van missiegedreven innovatiebeleid. Binnen het programma Voedselwaarde realiseren de ROM’s businesscases die bijdragen aan een hoogwaardiger gebruik van (groene) grondstoffen en het tegengaan van verspilling in de keten. In 2021 is tevens de eerste stap gezet om als gezamenlijke ROM’s op een gestandaardiseerde en pragmatische wijze maatschappelijke impact te meten.

Ook de komende jaren zetten de ROM’s in op een intensievere bovenregionale samenwerking en meer inzet op regionale ecosystemen voor onderzoek en innovatie. De ROM’s ondersteunen ondernemers door samen te innoveren, te investeren en te internationaliseren.

Resultaten in 2021: € 2,1 miljard aan investeringen in de regionale economie

Innoveren

Misschien wel belangrijkste taak van de ROM’s is de ontwikkelingskracht: het opwerken en realiseren van innovatieprojecten, businesscases en innovatieprogramma’s met innovatieve mkb-ondernemingen en het actief ontwikkelen van innovatie-ecosystemen. Afgelopen jaar ging het om 734 innovatieprojecten met naar verwachting enkele duizenden bedrijven, op het gebied van energietransitie, voedseltransitie, grondstoffentransitie, gezond ouder worden, veiligheid en sleuteltechnologieën zoals quantum, waterstof en AI. De innovatieprojecten hebben een financiële omvang van € 190 miljoen. Vanuit de ontwikkelingstaak zijn de ROM’s ook nauw betrokken bij de meeste Groeifonds-aanvragen.

Investeren

De negen regionale ontwikkelingsmaatschappijen investeerden in 2021 in 250 innovatieve bedrijven met een investeringsvolume van ruim € 143,7 miljoen. Hiermee waren de ROM’s betrokken bij de helft van de bedrijven die afgelopen jaar venture capital wisten aan te trekken. Daarmee zijn ze een van de meest actieve investeerders van Nederland. Daarnaast verstrekten de ROM’s in 2020 en 2021 in totaal € 289 miljoen aan Corona-OverbruggingsLeningen aan meer dan 974 bedrijven.

Internationaliseren

Buitenlandse bedrijven zijn in Nederland goed voor 30% van de R&D investeringen. Samen met het Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA) en partners in de regio, zijn de ROM’s verantwoordelijk voor het aantrekken van internationale bedrijven naar Nederland. Het afgelopen jaar ondersteunden de ROM’s 223 buitenlandse bedrijven bij nieuwe vestigingen en uitbreidingen. In totaal investeren deze bedrijven de komende 3 jaar € 2,1 miljard in de economie en creëren meer dan 9.000 arbeidsplaatsen. Naast het aantrekken van buitenlandse bedrijven, helpen de ROM’s ook gevestigde MKB ondernemingen om meer zaken te doen in het buitenland. In 2021 organiseerden de ROM’s, samen met Trade and Innovate NL, 238 internationale handelsactiviteiten die informatie en buitenlandse contacten opleverden voor meer dan 4.500 deelnemers.

Bekijk de Infographic ROM-resultaten 2021

 

fotograaf Irene Vijfvinkel

Eén aanspreekpunt voor ondernemers met internationaliserings-vraagstukken

Om de kansen van het innovatieve MKB in het buitenland te vergroten, bundelen de regionale ontwikkelingsmaatschappijen (ROM’s) in Nederland hun krachten binnen het Enterprise Europe Network (EEN). Ondernemers krijgen hiermee één aanspreekpunt voor hun internationaliseringsvraagstukken.

EEN ondersteunt ondernemers, onderzoeksinstituten, universiteiten, technologiecentra en instellingen voor bedrijfs- en innovatieontwikkeling kosteloos bij het vinden van partners wereldwijd. Daarnaast verstrekt het netwerk marktinformatie voor handel & export en informatie over Europese wet- en regelgeving.

Aansluiting reguliere activiteiten

De ondersteuning van EEN sluit naadloos aan op de reguliere activiteiten van de ROM’s. Dit landelijk dekkende netwerk van ontwikkelingsmaatschappijen stimuleert innovatie in de regio en investeert in innovatieve en snelgroeiende bedrijven. Daarnaast zijn de ROM’s verantwoordelijk voor het aantrekken en behouden van buitenlandse bedrijven en ondersteunen ze bedrijven in de regio bij het betreden van buitenlandse markten.

“De landelijke inzet van het netwerk van de ROM’s binnen het Enterprise Europe Network vergroot de internationale concurrentiekracht van het Nederlandse innovatieve MKB”

Brigit van Dijk – Van de Reijt – algemeen directeur van de BOM

Recent noemde de Adviesraad voor Wetenschap, Technologie en Innovatie (AWTI) in haar rapport ‘Samen de lat hoog leggen’ de regio’s als bakermat voor vernieuwing en innovatie. “De landelijke inzet van het netwerk van de ROM’s binnen het Enterprise Europe Network vergroot de internationale concurrentiekracht van het Nederlandse innovatieve MKB”, aldus Brigit van Dijk – Van de Reijt, algemeen directeur van de Brabantse Ontwikkelings Maatschappij (BOM) namens de Regionale Ontwikkelings Maatschappijen Nederland.

Nationaal en internationaal netwerk

Het Enterprise Europe Netwerk bestaat uit 600 organisaties in 68 landen. EEN werkt nationaal én internationaal samen met Kamers van Koophandel, overheidsagentschappen en instellingen voor bedrijfs-, innovatieontwikkeling en kenniscentra. Het netwerk wordt gefinancierd door de Europese Unie en het ministerie van Economische Zaken & Klimaat. EEN-partners in Nederland zijn de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), de Hanzehogeschool, Business Development Friesland, New Energy Coalition, Water Alliance en zeven regionale ontwikkelingsmaatschappijen.

Enterprise Europe Network

Ondernemers die internationale markten betreden kunnen contact opnemen met hun contactpersoon bij de ROM in hun eigen regio of via de portal.

Bezoek de portal

50 miljoen euro voor internationale ambities van startups en innovatief MKB

Om het verdienvermogen van het Nederlandse innovatieve bedrijfsleven in het buitenland te vergroten, bundelen Invest International en de regionale ontwikkelingsmaatschappijen hun krachten. Invest International stelt tot 50 miljoen euro beschikbaar en maakt zo co-financiering met de ROM’s mogelijk.

De International Trade Facility is bedoeld voor Nederlandse startups, scaleups en het innovatieve MKB die met hun internationale groeiambities willen bijdragen aan het realiseren van de Sustainable Development Goals (SDG’s). Invest International en de ROM’s gaan deze Nederlandse bedrijven gezamenlijk financieren en/of ondersteunen bij het toegang krijgen tot de juiste (financierings)instrumenten van onder meer de ROM’s, Invest International, grootbanken, RVO en Atradius.

Martijn van Gruijthuijsen, voorzitter van de commissie Regionale Economie van het Interprovinciaal Overleg, noemt het initiatief “goed nieuws voor ons innovatieve MKB en het regionaal verdienvermogen. Deze faciliteit geeft een broodnodige impuls aan bedrijven die werken aan de oplossingen voor de maatschappelijke opgaven van vandaag en morgen.”

“Het marktaandeel van de ROMs in de Nederlandse VC markt bedraagt bijna 60% en een aanzienlijk deel van onze portfoliobedrijven heeft internationale groeiambities. Deze samenwerking geeft onze startups direct toegang tot ondersteuning en kapitaal en kan een flinke boost geven aan de succesvolle groei van de Nederlandse startups wereldwijd”, zegt Brigit van Dijk – Van de Reijt namens ROM-Nederland.

“De Sustainable Development Goals (SDG’s) bieden bedrijven in Nederland enorme zakelijke mogelijkheden. Samen met de regionale ontwikkelingsmaatschappijen willen we investeren in de innovatieve oplossingen van koplopers”, aldus Joost Oorthuizen, CEO van Invest International.

Inventarisatie

Aanleiding voor de International Trade Facility is een inventarisatie door de ROM’s waaruit blijkt dat twintig procent van de Nederlandse startups internationale aspiraties heeft, maar dat deze doelgroep van startups, scaleups en MKB er maar beperkt in slaagt om de stap naar buitenlandse markten te maken. Veelal worden hun proposities in de vroege fase door andere investeerders als te risicovol of te complex ervaren. Als men al financiering krijgt dan is het vaak tegen hoge kosten voor relatief kleine tickets. Daarnaast ontbreekt het vaak aan inhoudelijke begeleiding.

De samenwerking tussen Invest International en de ROM’s brengt kapitaal, internationale netwerken, toegang tot regionale bedrijven en de ervaring met verschillende vormen van risicokapitaal bijeen.

Loket

Ondernemers die internationale markten betreden kunnen contact opnemen met de ontwikkelingsmaatschappij in hun regio of Invest International.

Eindrapport Corona-Overbruggingslening – € 300 miljoen hield innovatieve bedrijfsleven overeind

Het bleek een noodzakelijk instrument om het innovatieve bedrijfsleven in de coronacrisis voor Nederland te behouden: in 6 weken tijd tuigden de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM’s), samen met Techleap.nl en het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, een structuur op om de Corona-OverbruggingsLening (COL) voor innovatieve startups, scale-ups en innovatieve mkb’ers uit te voeren. De ROM’s hebben 2.276 leningaanvragen beoordeeld met een totaal aangevraagd vermogen van € 840 miljoen. Daarvan werden 974 aanvragen goedgekeurd ter waarde van bijna € 300 mln. Inclusief de cofinanciering door bestaande aandeelhouders en derden werd er in totaal € 331 miljoen in het innovatieve bedrijfsleven geïnvesteerd.

Meeste toekenningen in sectoren Life Sciences, Cleantech en Hightech

De COL heeft vooral het innovatieve bedrijfsleven in Nederland ondersteund: de sectoren Life Sciences (56%), Cleantech & Energy (54%) en Hightech (53%) hadden de hoogste toekenningspercentages. Dit zijn bij uitstek sectoren met een hoog risicoprofiel en een grote kapitaalbehoefte. De COL vormde een noodkrediet voor bedrijven voor wie andere financiële steunmaatregelen niet passend waren.
Het vaakst vroegen bedrijven een lening aan tussen de € 50.000 en € 250.000. 58% van de aanvragers was een startup, 22% een scale-up.

Lees hier het COL eindrapport met facts, figures en ondernemersverhalen

Hoog-risicosectoren nog steeds moeite om financiering aan te trekken

“We zijn nog niet begonnen met het terugbetalen van onze COL-lening,” zegt Erdem Ay, CEO van Fited. Fited gebruikt smartphonefoto’s voor het 3D-printen van scoliose-braces. “We zijn nu op zoek naar additionele financiering, zodat we ons klinische werk kunnen voortzetten.” Rinke Zonneveld (voorzitter ROM-Nederland & directeur InnovationQuarter) en Maurice van Tilburg (Managing Director Techleap.nl) geven aan de bedrijven nauwlettend te blijven volgen. “Hier stopt ons werk niet. We kijken mee of de bedrijven die een COL hebben ontvangen, ook succesvol zijn in de vervolgfase. Een groot deel van de markt wordt heropend, maar hoogrisicosectoren met een grote kapitaalbehoefte – belangrijk voor onze economie – hebben nog steeds grote moeite om financiering aan te trekken.”

Bedrijven in corona vier keer zo snel door hun geld heen

Een technologie waarmee de performance van warmtepompen enorm stijgt (Blue Heart Energy), een zeer innovatieve en betaalbare steunzool (T-soles) en veilige bedtenten voor ernstig gehandicapte kinderen (CloudCuddle); zomaar een greep uit de bedrijven die in de coronacrisis overeind bleven dankzij de COL-lening. De runway van investeringen werd in coronatijd voor bedrijven 4 keer zo kort; ze waren dus 4 keer zo snel door hun geld heen. Voor relatief jonge bedrijven met sowieso weinig vet op de botten vormt dat een direct probleem. Na onderzoek door Techleap.nl onder honderden startups naar de financiële situatie ten gevolge van de COVID-19-crisis, trok het ministerie van Economische Zaken en Klimaat vanaf april 2020 in diverse tranches € 300 miljoen uit om startups, scale-ups en het innovatieve mkb te behouden voor de Nederlandse economie.

“Innovatie is de ruggengraat van ons toekomstig verdienvermogen,” zegt minister Stef Blok van Economische Zaken en Klimaat. “De corona-uitbraak, een pandemie van ongekende proporties, was een acute bedreiging voor bijna alle ondernemers. Veel van hen hebben we kunnen helpen met de diverse steunregelingen. Voor startups, scale-ups en innovatieve mkb’ers bood het overbruggingskrediet uitkomst. Bijna 1.000 bedrijven, allemaal met veel potentie omdat ze een rol spelen of gaan spelen bij bijvoorbeeld de energietransitie, digitalisering of verduurzaming, hebben we dankzij de COL voor Nederland kunnen behouden.”

Meeste aanvragen uit Noord-Holland, Zuid-Holland en Noord-Brabant

Uit de regio’s Noord-Holland, Zuid-Holland en Noord-Brabant kwamen de meeste aanvragers. Het vaakst toegekend werden aanvragen door de ROM’s Impuls Zeeland en Horizon Flevoland. In alle regio’s bestond minder dan de helft van de toegekende aanvragen uit portfoliobedrijven van de ROM’s, waarbij LIOF en NOM relatief de meeste portfoliobedrijven een COL toekenden en Innovatiefonds Noord-Holland en InnovationQuarter de minste.

Naast relevante facts en figures over de COL-lening vindt u in het eindrapport ook ondernemersverhalen. Waar hebben ze de COL voor aangewend, hoe gaat het nu met ze en wat hebben ze in de regeling gemist.

Webinar: Terugblik op de Corona-OverbruggingsLening (COL): waar staan ondernemers nu? En wat hebben we ervan geleerd?

De COL-regeling werd eind april 2020 – kort na de 1e lockdown – gelanceerd voor startups, scale-ups en innovatieve mkb’ers die vanwege COVID-19 in de financiële problemen waren gekomen. Op 1 juli 2021 sloot de regeling. Waar staan de ondernemers nu? En wat hebben we ervan geleerd?

Wat heeft de COL-regeling gebracht?

Vanaf eind april 2020 tot 1 juli 2021 hebben bijna 1.000 ondernemers een lening ontvangen met een totale waarde van ongeveer 300 miljoen euro. Hebben zij de coronacrisis overleefd en hoe staat hun bedrijf er nu voor? Hierover gaan we live in gesprek met onder andere ondernemer T-Soles, producent van een innovatieve steunzool door middel van CT-scanning en 3D printing. En worden de ervaringen van HappyGlass en Blueheart Energy gedeeld.

Met Maurice van Tilburg van Techleap.nl en Rinke Zonneveld namens de ROM’s kijken we terug op de COL. Hoe hebben zij de regeling opgetuigd in amper 6 weken tijd? Wat ging goed en wat kon beter? Waar zien zij verbeteringen in het ondernemersklimaat voor startups, scale-ups en innovatieve mkb’ers in Nederland?

Kortom, voldoende gespreksonderwerpen voor een gevarieerd interactief webinar over een van de meest impactvolle samenwerkingen tussen de ROM’s en Techleap tot nu toe.

Wanneer?

Het webinar vindt plaats op dinsdag 2 november van 16.00 tot 17.00 uur. Kort voor het webinar ontvangt u een deelnamelink.

Aanmelden
Via onderstaand formulier kunt u zich aanmelden. Tevens kunt u aangeven welke vragen u wilt stellen. Uw vragen kunt u ook tijdens het webinar stellen via de chat. Voorafgaand aan het webinar ontvangt u een link voor deelname.

Aanmelding webinar Corona-OverbruggingsLening

 

Terugkijken webinar ‘Het uur van Wennink’

ASML geldt als een van de vaandeldragers van de Nederlandse economie. Onder leiding van CEO Peter Wennink groeide de Philips-spin off het afgelopen decennium uit tot de unicorn van de Kempen. Met circa 25.000 mensen wereldwijd in dienst en een jaaromzet van 14 miljard euro in 2020, is het bedrijf de absolute aanvoerder van de Nederlandse hightech sector. Niet voor niets geldt de Veldhovense onderneming met een waardering van meer dan 180 miljard euro, als het kostbaarste Europese technologiebedrijf.

Wat kunnen we leren van deze voormalige start-up? Hoe belangrijk is innovatie voor ASML? Wat is de visie van het bedrijf op geopolitiek, duurzaamheid en niet onbelangrijk talent? Een uur lang ging presentator Roelof Hemmen in gesprek met topman Peter Wennink.

Samenwerking Rabobank en ROM’s tegen verspilling

‘Ondernemers moeten nú stappen zetten, anders hebben ze op termijn een probleem’

De Rabobank wordt partner van het Business Innovation Program Food (BIPF), het gezamenlijke programma van de regionale ontwikkelingsmaatschappijen (ROM’s) tegen verspilling.

In het BIPF werken ondernemers aan het ontwikkelen van hun duurzame ideeën; welke zijn kansrijk, en hoe vertaal je die naar nieuwe verdienmodellen?  “De Rabobank staat voor coöperatief denken, met elkaar willen we een verandering tot stand brengen voor een betere wereld,” zegt Mathieu Goedhart, projectmanager Circulair Ondernemen Food & Agri van de Rabobank. “Samen met de ROM’s kunnen we heel veel bedrijven verder helpen. Met onze gezamenlijke kennis, ons enorme netwerk, en met financieringsoplossingen.”

Verduurzamen moet
Goedhart: “Verspilling van voedsel en grondstoffen is voor ons een belangrijk thema. Tot 2050 moeten we minstens net zo veel eten produceren als in afgelopen 2000 jaar, terwijl we nu te maken hebben met uitputting van grondstoffen, boeren die stoppen vanwege de vele regels, en we allemaal een bijdrage moeten leveren om klimaatneutraal te worden. Kortom, we moeten méér produceren met mínder. We verspillen een derde van ons voedsel, daar valt veel winst te behalen. Via BIFP dragen we ons steentje bij aan het ontwikkelen van nieuwe kansen en business cases, en helpen we mee met het versnellen van de voedseltransitie. Wij zijn een toonaangevende bank in de food en agri sector, met een enorme portefeuille klanten, in de hele keten; van ‘farm to fork’. We gaan klanten attenderen op dit programma.  Via bijvoorbeeld onze Circulaire Economie (CE)-desk kunnen we veel kennis inbrengen en deelnemers verder helpen, ook met onze financieringsoplossingen, zoals de Rabo Impact lening en de Rabo groen lening.”

‘Veel haakjes voor samenwerking’
Goedhart ziet ‘veel mogelijkheden en kansen in de samenwerking’ met de ROM’s. Naast BIPF noemt hij de Rabobank Duurzame Innovatieprijs: “We kunnen ondernemers een mooi podium bieden via deze prijs”. Nog meer ‘haakjes’: “We zijn betrokken bij de Dutch Food Week, en hebben het ‘Food Forward’ programma.  De Rabobank bestaat uit 14 kringen, met landelijke dekking. Daar zit veel kennis en netwerk en worden programma’s en producten gekoppeld aan coöperatieve thema’s zoals Duurzaam Ondernemen en Banking4Food De ROM’s hebben ook landelijke dekking. Iedere regio heeft zijn specifieke kenmerken en het is goed om samen te werken op die kenmerken. Er lopen al mooie initiatieven, samen kun je daar een versnelling in aanbrengen. Als je weet wie waar mee bezig is, doe je geen dingen dubbel.” Rabobank is een van de oprichters van de Stichting tegen Voedselverspilling. “Via de Stichting werken we samen met partners, waaronder de ROM’s, aan allerlei duurzame en innovatieve initiatieven. In 2019 hebben we voor de horeca de Food Waste Challenge opgezet. En nu werken we samen in een voucherregeling, waarmee we bedrijven willen stimuleren aan de slag te gaan met verspilling.”

Nú stappen maken
“Op een gegeven moment is het geen keus meer voor bedrijven om te verduurzamen, vanwege de toenemende regelgeving. We streven naar een volledig circulaire economie in 2050, daar draagt het BIFP aan bij. Ondernemers kunnen beter nú al stappen zetten, nu heb je nog tijd om na te denken en keuzes te maken. Het is voor de grote middengroep zaak om stappen te zetten anders heb je op termijn een probleem. Dan kom je erachter dat je business model eindig is, omdat de wereld om je heen is veranderd en je business model daar niet meer op aansluit.. En vergeet niet, duurzaam ondernemen loont ook!” Rabobank deed onderzoek onder 20.000 klanten waaruit bleek dat er een duidelijk koppeling is tussen de ‘financiële performance’ van bedrijven en duurzaamheid. Oftewel; van bedrijven die met de transitie bezig zijn, met duurzaam ondernemen, is de financiële prestatie ook goed.”

Duurzaam ondernemen: drie componenten in balans
Wat verstaat Goedhart eigenlijk onder ‘duurzaam ondernemen’? “Het gaat er om dat drie componenten met elkaar in balans zijn: het financiële, het milieu, en het sociale. Je kunt niet ‘groen’ doen als je rood staat. Het is echt een uitdaging voor de ondernemer om te komen tot een goed verdienmodel. Daarnaast moet je oog hebben voor het milieu. Het sociale aspect betekent dat je bijvoorbeeld goede werkomstandigheden creëert voor je medewerkers. En alles natuurlijk gericht op je ‘core business’! Rabobank streeft bijvoorbeeld naar een elektrisch wagenpark. Dat is een mooi duurzaam initiatief maar in mijn optiek geen duurzaam ondernemen.”

Circulair ondernemen: ‘Er is geen alternatief. Je moet het gewoon doen!’

In 2050 moet onze economie helemaal circulair zijn. Een wereld zonder afval dus. Maar hoe kun je er als bedrijf voor zorgen dat grondstoffen en producten hun waarde behouden? Om daar antwoorden op te vinden organiseerden de regionale ontwikkelingsmaatschappijen (ROM’s) afgelopen 23 juni, onder leiding van journalist en schrijver Jeroen Smit, een webinar over circulair ondernemen.

Webinar: Wie niet met circulariteit bezig is, bestaat straks niet meer

De titel was even prikkelend als helder: “Wie niet met circulariteit bezig is, bestaat straks niet meer”.
Dat de uitdaging groot is, bleek wel toen Smit aftrapte met een paar feitjes. In 2019, vertelde hij, consumeerden we wereldwijd voor het eerst meer dan 100 miljard ton aan materiaal. ‘Momenteel wordt daarvan zo’n 9% hergebruikt. Uit het recente Circularity Gap Report kwam naar voren dat de circulariteit in 2032 moet zijn verdubbeld om de Parijse klimaatdoelstellingen te halen.’ Werk aan de winkel dus. Maar een kansloze missie, nee, dat is het zeker niet. De activiteiten van Auping en Vepa laten dat overduidelijk zien. Beide bedrijven vervullen op het gebied van circulair ondernemen al langere tijd een voortrekkersrol. Vandaar dat Auping-directeur Jan Joost Bosman en Janwillem de Kam, directeur van Vepa, zijn uitgenodigd om hun ervaringen en inzichten te delen. Ook Dina Boonstra, directeur van de NOM, is deze middag aangeschoven.

U kunt hier het webinar terugkijken

100% recyclebaar matras

Auping trok vorig jaar de aandacht met de succesvolle campagne “Het verhaal van 1,5 miljoen matrassen”, bedoeld om consumenten bewust te maken van het enorme afvalprobleem dat ontstaat door afgedankte matrassen. ‘Een groot deel van die matrassen, onder meer vervaardigd van verlijmd plastic en latex, wordt verbrand of belandt uiteindelijk op de vuilstort’, onderstreept Bosman. ‘Met alle milieugevolgen van dien. Wij vinden dat wij als industrie de verantwoordelijkheid hebben om daarmee af te rekenen en circulaire productconcepten te ontwikkelen. Daarom zetten we vol in om in 2030 ons productassortiment volledig circulair te maken.’ In 2018 werd door Auping al een belangrijke stap gezet. De bedden- en matrassenfabrikant uit Deventer introduceerde dat jaar het eerste 100% recyclebare matras ter wereld. ‘Het bijzondere van onze aanpak is dat we de technologie beschikbaar stellen aan concurrenten en retailers. Simpelweg omdat je de transitie alleen maar kunt versnellen door samen te werken. Wel spreken we af dat we per verkocht matras een kleine vergoeding ontvangen. Daarmee creëren we een extra geldstroom die we gebruiken om te investeren in nieuwe productiefaciliteiten. Het mes snijdt dus aan twee kanten.’

Webinar: Wie niet met circulariteit bezig is, bestaat straks niet meer

Gerecyclede PET-flessen

Ook kantoor- en projectmeubelfabrikant Vepa loopt, zoals gezegd, voorop. Ingegeven door de kredietcrisis in 2008 is het familiebedrijf, met vestigingen in Hoogeveen en Emmen, meer en meer gaan nadenken over het verduurzamen van het productieproces. ‘Om kosten te drukken en goedkoper te produceren vluchtten veel bedrijven destijds naar China’, vertelt De Kam. ‘Als familiebedrijf wilden wij dat absoluut niet. Wel wisten we dat het anders moest. Dat heeft ons doen besluiten om duurzaamheid een nog prominentere plek in onze bedrijfsvoering te geven. Maar hoe moet je nu eigenlijk circulair innoveren? Nee, dat was ons nog niet helemaal duidelijk. We hebben daarom een hoogleraar sustainable design gevraagd om ons te adviseren. Kort daarna kwamen we in contact met afvalverwerker Sita. Het bedrijf had een nieuwe installatie in Rotterdam staan om plastic mee te scheiden. Dat plastic raakten ze echter niet kwijt. Kunnen jullie daar iets mee? Samen zijn we toen gaan kijken naar circulaire toepassingen. In 2016 heeft dat geresulteerd in een duurzame stoel, gemaakt van gerecyclede PET-flessen. Sindsdien zijn we ons op het gebied van circulariteit steeds verder gaan ontwikkelen. ’

Kentering

‘Is de consument eigenlijk wel bereid om meer te betalen voor spullen die circulair zijn gemaakt?, wil gespreksleider Smit weten. Goeie vraag, want kijk maar eens naar elektrische auto’s. Als de subsidie wegvalt, zie je meteen een afname in de behoefte. Toch ziet De Kam langzaamaan een kentering ontstaan. ‘Ik merk dat bij een groeiend aantal consumenten de urgentie voelbaar is. Steeds vaker willen ze voor circulaire producten betalen. Je moet er alleen wel meer voor doen om zo’n product succesvol op de markt te zetten. Je zult vooral het verhaal goed moeten vertellen.’ Bosman bespeurt dezelfde tendens. ‘Nu is het nog iets nieuws’, zegt hij,’ maar ik verwacht dat op termijn alle producten die we wereldwijd produceren en verbruiken gebaseerd zullen zijn op modulair herbruikbare concepten. Gewoon omdat zowel producenten als consumenten de noodzaak zien.’

Opknappen en renoveren

Circulariteit behelst meer dan alleen producten na gebruik inzetten als grondstof voor nieuwe producten of materialen. Als je producten niet meer één op één kunt hergebruiken kun je ook kijken naar andere circulaire oplossingen als opknappen en renoveren. ‘Onze klanten kunnen hun kantoormeubelen aan het einde van de gebruiksfase aan ons teruggeven’, vertelt De Kam. ‘Dat geldt ook voor meubilair dat bij andere leveranciers is aangeschaft. Die meubelen gaan we bijvoorbeeld herstofferen, opnieuw spuiten en netjes maken, zodat ze er weer als nieuw uitzien. Klanten krijgen van ons dan een voucher die ze kunnen inwisselen voor een ander product. Of dat concept aanslaat? Jazeker. Sterker nog, we hebben tal van klanten die bij voorkeur tweedehands meubilair aanschaffen.’

Andere verdienmodellen

Webinar: Wie niet met circulariteit bezig is, bestaat straks niet meer

Naast nieuwe manieren van denken en samenwerken vraagt de circulaire economie ook om andere verdienmodellen. Zo lanceerde Auping Bedzzzy: een startup die het mogelijk maakt om circulaire matrassen te leasen. ‘Consumenten kunnen voor €12.50 per maand een flexibel slaapabonnement afsluiten en een duurzaam matras leasen’, verduidelijkt Bosman. ‘Dat betekent dat je per matras maandelijks inkomsten binnenkrijgt, terwijl je het product wel moet maken en marketing moet bedrijven. Het kostte ons vijf jaar om het model winstgevend te krijgen. Dus moet je vijf jaar voorfinancieren. Je hebt, kortom, werkkapitaalfinanciering nodig. Alleen: dat is bijna niet voor elkaar te krijgen. In tegenstelling tot bijvoorbeeld auto’s zit er sec namelijk geen restwaarde aan matrassen. Er is immers geen tweedehands markt voor. Banken, maar ook de regionale ontwikkelingsmaatschappijen, zouden meer open moeten staan om dergelijke initiatieven en projecten met risicodragend kapitaal te financieren.’

Webinar: Wie niet met circulariteit bezig is, bestaat straks niet meerStimuleren en faciliteren

NOM-directeur Dina Boonstra knikt instemmend. Net als de andere regionale ontwikkelingsmaatschappijen probeert ook de NOM circulair ondernemen, waar mogelijk, te stimuleren en te faciliteren. ‘Dus hoort het ook bij onze rol om producten te bedenken die de transitie helpen versnellen’, betoogt ze. ‘Zeker wanneer bepaalde financieringsvormen in de markt niet of nauwelijks beschikbaar zijn. Daar gaan we ons dan ook zonder meer in verdiepen. Tegelijkertijd kunnen we ondernemers wijzen op interessante subsidiemogelijkheden en helpen om in de hele keten relevante samenwerkingsverbanden op te zetten.’

Stap voor stap

Tot slot wil Smit van Bosman en De Kam weten hoe ze erin slagen om steeds weer voorop te blijven lopen. ‘Door echt stap voor stap aan je primaire productieprocessen te bouwen’, antwoordt De Kam. ‘Het valt nagenoeg niet te plannen waar je in 2050 wilt staan. De technologische ontwikkelingen gaan zo snel dat je nooit weet wat er tussentijds gebeurt. Je moet breed kijken en in kleine stapjes denken.’ Bosman vult aan: ‘Er is gewoon geen alternatief. Falen is geen optie. Als die matrassentransitie niet slaagt hebben we als bedrijf echt een probleem. We zijn een brug aan het bouwen terwijl wij eroverheen lopen. Je moet het gewoon doen. Op een verstandige manier en samen met de hele keten. Want alleen ga je het nooit redden.’

U kunt hier het webinar terugkijken

 

Webinar terugkijken: Wie niet met circulariteit bezig is, bestaat straks niet meer

In 2050 moet onze economie helemaal circulair zijn, in 2030 willen we halverwege zijn. Een gigantische klus en vooral: een ingrijpende verandering van ons huidige lineaire economische systeem. Auping en Vepa lopen hierbij voorop, directeuren Jan Joost Bosman en Janwillem de Kam leggen uit wat er in de keten moet gebeuren, bij banken en welke rol de overheid volgens hen moet spelen.

Een inspirerende ontmoeting onder leiding van schrijver Jeroen Smit (de Prooi, het Grote Gevecht) die er ten diepste van overtuigd is dat bedrijven die stellen vooral op de wereld te zijn om geld te verdienen, straks geen bestaansrecht meer hebben.

We hebben het webinar voor u samengevat in het artikel “Circulair ondernemen: ‘Er is geen alternatief. Je moet het gewoon doen!’, of u kunt het webinar hieronder terugkijken.