In het rapport ‘Samen de lat hoog leggen’ adviseert de Adviesraad voor Wetenschap, Technologie en Innovatie (AWTI) deze week over nog betere bundeling van krachten tussen rijk en regio voor meer innovatie.
Zoals AWTI-raadslid Koenraad Debackere stelt in het begeleidend persbericht: “De regio’s en het rijk zijn samen verantwoordelijk om vernieuwing te stimuleren. Innovatie is nodig om de economie te vernieuwen, om onze brede welvaart te verbeteren en om voortgang te boeken in de grote transities op gebied van bijvoorbeeld energie, voedsel en digitalisering. Rijk en regio moeten hun krachten bundelen voor de toekomst van Nederland.”
“Als gezamenlijke regionale ontwikkelingsmaatschappijen (ROM’s) zien we dit rapport als een bevestiging van de ingeslagen weg van intensievere bovenregionale samenwerking en meer inzet op regionale ecosystemen voor onderzoek en innovatie,” aldus Dina Boonstra (directeur NOM). “De erkenning dat álle regio’s cruciaal zijn voor de innovatiekracht van Nederland is daarbij voor ons van groot belang.”
Belang van regionale ecosystemen benadrukt
In de regio gebeurt het, schrijft de AWTI. Dáár vinden bedrijven, wetenschappers, talent en maatschappelijke organisaties elkaar, ontstaan nieuwe initiatieven en zijn kansen voor vernieuwing en innovatie. Met behulp van regionale factoren – kapitaal, kennis, infrastructuur, faciliteiten, regels, netwerken en markt – ontwikkelen partijen initiatieven die bijdragen aan de innovatie- en concurrentiekracht van het ecosysteem. Concrete innovatieprojecten, maar ook gezamenlijke proeftuinen, campusontwikkeling, gedeelde leer- en werkplaatsen, en coaching en financiële ondersteuning voor het regionale bedrijfsleven. Regionale ecosystemen floreren daar waar partijen elke dag samen werken aan onderzoek en innovatie.
Een ecosysteem wordt nog sterker als het verbindingen legt met andere. Dat leidt tot meer impact, nationaal en internationaal, en voorkomt overlap, versnippering en onhandige concurrentie. Meer verbinding tussen regio’s maakt dat ze hun eigen innovatief vermogen versterken, van elkaar leren en beter bij kunnen dragen aan het geheel.
“De gezamenlijke ROM’s hebben onderling een krachtige samenwerking. Met de komst van de ROM Noord-Holland medio dit jaar ontstaat een landsdekkend netwerk van ontwikkelingsmaatschappijen en nog meer ruimte voor bovenregionale samenwerking. De kernactiviteiten van de ROM’s zijn gericht op de versterking van ecosystemen. Dit rapport raakt het hart van de ROM’s en gezamenlijk pakken we deze handschoen graag op samen met onze nationale en regionale partners,” zegt Wendy de Jong (directeur Oost NL).
Meer investeringen in regionale innovatie gewenst
Om regionale ecosystemen echt tot volle wasdom te laten komen is een omslag nodig in hoe rijk en regio samenwerken als gelijkwaardige partners. Samenwerking nieuwe stijl moet regionale innovatie richting geven, oog hebben voor regiospecifieke opgaven, zorgen voor een betere afstemming tussen regionale en nationale innovatiedoelstellingen en sterkere verbindingen leggen tussen relevante regionale innovatie-inspanningen.
“Dat vergt veel kennis, kunde en middelen. Daarom moet het rijk meedoen en beter met de regio’s samenwerken.” (Nienke Meijer, AWTI).
De AWTI adviseert dat het rijk meerjarige, programmatische investeringen biedt voor de ontwikkeling van regionale ecosystemen. Op dit moment is er nog teveel sprake van tijdelijke impulsfinanciering en van een onbalans in beschikbare middelen tussen verschillende regio’s. Alleen met langjarige structurele financiering lukt het om de juiste hefbomen te creëren tussen verschillende publieke en private financieringsbronnen op regionaal, nationaal en Europees niveau. Met een slimme combinatie van zowel subsidies als investeringsmiddelen kunnen bijvoorbeeld gedeelde faciliteiten op innovatiecampussen worden gefinancierd.
“De suggestie van de AWTI om regionale ecosystemen te ondersteunen met langjarige, programmatische financiering, en de gezamenlijke ROM’s hier een centrale rol in te geven, is natuurlijk zeer interessant. Wij denken graag mee met het nieuwe kabinet hoe dit eventueel vorm kan worden gegeven,” aldus Brigit van Dijk – Van de Reijt (directeur BOM).
Benut nog beter de kracht van de ROM’s
De AWTI stelt dat het tijd is de regionale ontwikkelingsmaatschappijen nog beter in gelegenheid te stellen een sleutelfunctie te vervullen in regionale innovatie. Door niet alleen ondersteuning te bieden aan de regionale innovatieve koplopers maar ook aan het bredere MKB-peloton dat wil groeien door innovatie, investeringen en internationalisering. Verbreding van de rol van de ROM’s naar het innovatievolgend MKB is recentelijk ook bepleit door VNO/NCW en MKB-NL.
De ROM’s, of regionale innovatiecentra zoals de AWTI ze noemt, vormen op die manier de schakels tussen het regionale bedrijfsleven, universiteiten, hogescholen, middelbaar beroepsonderwijs, andere kennisinstellingen, economic boards, decentrale overheden, het rijk, andere financiers en relevante Europese netwerken en clusters. Ze geven daarmee uitvoering aan het generieke, nationale beleid voor het mkb en zorgen voor een sterke regiospecifieke inbedding. Met een versterking van hun positie kunnen de ROM’s het regionale bedrijfsleven nog beter de weg wijzen naar nationale instrumenten en fondsen en mogelijkheden in Europese programma’s. Deze doorontwikkeling van de ROM’s vraagt een actievere rol van het ministerie van EZK, in afstemming met andere aandeelhouders, en ook meer capaciteit bij de ROM’s zo stelt de AWTI.
“Het geschetste toekomstbeeld voor de ROM’s is precies waar onze ambities liggen. Dicht op de ondernemer, meer ondersteuning voor het innovatievolgend MKB, sterk regionaal verankerd maar tegelijk goed aangesloten op nationale en Europese ontwikkelingen en bovenregionaal samenwerkend waar kansen liggen. Het rapport laat heel goed zien dat we hier de onafhankelijke en deskundige partij voor zijn maar nog meer slagkracht nodig hebben om deze rol goed te kunnen vervullen,” zegt Rinke Zonneveld (directeur InnovationQuarter en voorzitter Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen Nederland).