Reactie AWTI-advies: ROM’s leggen graag samen de lat hoger

In het rapport ‘Samen de lat hoog leggen’ adviseert de Adviesraad voor Wetenschap, Technologie en Innovatie (AWTI) deze week over nog betere bundeling van krachten tussen rijk en regio voor meer innovatie.

Zoals AWTI-raadslid Koenraad Debackere stelt in het begeleidend persbericht: “De regio’s en het rijk zijn samen verantwoordelijk om vernieuwing te stimuleren. Innovatie is nodig om de economie te vernieuwen, om onze brede welvaart te verbeteren en om voortgang te boeken in de grote transities op gebied van bijvoorbeeld energie, voedsel en digitalisering. Rijk en regio moeten hun krachten bundelen voor de toekomst van Nederland.”

“Als gezamenlijke regionale ontwikkelingsmaatschappijen (ROM’s) zien we dit rapport als een bevestiging van de ingeslagen weg van intensievere bovenregionale samenwerking en meer inzet op regionale ecosystemen voor onderzoek en innovatie,” aldus Dina Boonstra (directeur NOM). “De erkenning dat álle regio’s cruciaal zijn voor de innovatiekracht van Nederland is daarbij voor ons van groot belang.”

Belang van regionale ecosystemen benadrukt

In de regio gebeurt het, schrijft de AWTI. Dáár vinden bedrijven, wetenschappers, talent en maatschappelijke organisaties elkaar, ontstaan nieuwe initiatieven en zijn kansen voor vernieuwing en innovatie. Met behulp van regionale factoren – kapitaal, kennis, infrastructuur, faciliteiten, regels, netwerken en markt – ontwikkelen partijen initiatieven die bijdragen aan de innovatie- en concurrentiekracht van het ecosysteem. Concrete innovatieprojecten, maar ook gezamenlijke proeftuinen, campusontwikkeling, gedeelde leer- en werkplaatsen, en coaching en financiële ondersteuning voor het regionale bedrijfsleven. Regionale ecosystemen floreren daar waar partijen elke dag samen werken aan onderzoek en innovatie.

Een ecosysteem wordt nog sterker als het verbindingen legt met andere. Dat leidt tot meer impact, nationaal en internationaal, en voorkomt overlap, versnippering en onhandige concurrentie. Meer verbinding tussen regio’s maakt dat ze hun eigen innovatief vermogen versterken, van elkaar leren en beter bij kunnen dragen aan het geheel.

“De gezamenlijke ROM’s hebben onderling een krachtige samenwerking. Met de komst van de ROM Noord-Holland medio dit jaar ontstaat een landsdekkend netwerk van ontwikkelingsmaatschappijen en nog meer ruimte voor bovenregionale samenwerking. De kernactiviteiten van de ROM’s zijn gericht op de versterking van ecosystemen. Dit rapport raakt het hart van de ROM’s en gezamenlijk pakken we deze handschoen graag op samen met onze nationale en regionale partners,” zegt Wendy de Jong (directeur Oost NL).

Meer investeringen in regionale innovatie gewenst

Om regionale ecosystemen echt tot volle wasdom te laten komen is een omslag nodig in hoe rijk en regio samenwerken als gelijkwaardige partners. Samenwerking nieuwe stijl moet regionale innovatie richting geven, oog hebben voor regiospecifieke opgaven, zorgen voor een betere afstemming tussen regionale en nationale innovatiedoelstellingen en sterkere verbindingen leggen tussen relevante regionale innovatie-inspanningen.

“Dat vergt veel kennis, kunde en middelen. Daarom moet het rijk meedoen en beter met de regio’s samenwerken.” (Nienke Meijer, AWTI).

De AWTI adviseert dat het rijk meerjarige, programmatische investeringen biedt voor de ontwikkeling van regionale ecosystemen. Op dit moment is er nog teveel sprake van tijdelijke impulsfinanciering en van een onbalans in beschikbare middelen tussen verschillende regio’s. Alleen met langjarige structurele financiering lukt het om de juiste hefbomen te creëren tussen verschillende publieke en private financieringsbronnen op regionaal, nationaal en Europees niveau. Met een slimme combinatie van zowel subsidies als investeringsmiddelen kunnen bijvoorbeeld gedeelde faciliteiten op innovatiecampussen worden gefinancierd.

“De suggestie van de AWTI om regionale ecosystemen te ondersteunen met langjarige, programmatische financiering, en de gezamenlijke ROM’s hier een centrale rol in te geven, is natuurlijk zeer interessant. Wij denken graag mee met het nieuwe kabinet hoe dit eventueel vorm kan worden gegeven,” aldus Brigit van Dijk – Van de Reijt (directeur BOM).

Benut nog beter de kracht van de ROM’s

De AWTI stelt dat het tijd is de regionale ontwikkelingsmaatschappijen nog beter in gelegenheid te stellen een sleutelfunctie te vervullen in regionale innovatie. Door niet alleen ondersteuning te bieden aan de regionale innovatieve koplopers maar ook aan het bredere MKB-peloton dat wil groeien door innovatie, investeringen en internationalisering. Verbreding van de rol van de ROM’s naar het innovatievolgend MKB is recentelijk ook bepleit door VNO/NCW en MKB-NL.

De ROM’s, of regionale innovatiecentra zoals de AWTI ze noemt, vormen op die manier de schakels tussen het regionale bedrijfsleven, universiteiten, hogescholen, middelbaar beroepsonderwijs, andere kennisinstellingen, economic boards, decentrale overheden, het rijk, andere financiers en relevante Europese netwerken en clusters. Ze geven daarmee uitvoering aan het generieke, nationale beleid voor het mkb en zorgen voor een sterke regiospecifieke inbedding. Met een versterking van hun positie kunnen de ROM’s het regionale bedrijfsleven nog beter de weg wijzen naar nationale instrumenten en fondsen en mogelijkheden in Europese programma’s. Deze doorontwikkeling van de ROM’s vraagt een actievere rol van het ministerie van EZK, in afstemming met andere aandeelhouders, en ook meer capaciteit bij de ROM’s zo stelt de AWTI.

“Het geschetste toekomstbeeld voor de ROM’s is precies waar onze ambities liggen. Dicht op de ondernemer, meer ondersteuning voor het innovatievolgend MKB, sterk regionaal verankerd maar tegelijk goed aangesloten op nationale en Europese ontwikkelingen en bovenregionaal samenwerkend waar kansen liggen. Het rapport laat heel goed zien dat we hier de onafhankelijke en deskundige partij voor zijn maar nog meer slagkracht nodig hebben om deze rol goed te kunnen vervullen,” zegt Rinke Zonneveld (directeur InnovationQuarter en voorzitter Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen Nederland).

COL aanvraagportal gesloten

Na ruim 1 jaar looptijd is de COL aanvraagportal gesloten. Je kunt dus geen aanvraag meer indienen voor een Corona-OverbruggingsLening (COL).

Heb je op of voor 16 mei een aanvraag ingediend?

Dan wordt deze nu door de ROM uit jouw regio beoordeeld. Naast de formele criteria wordt bij de beoordeling ook gekeken naar kwalitatieve criteria als aantal fte, aansluiting bij het missiegedreven innovatiebeleid, aansluiting op ecosystemen en het belang van de innovatie.

Goedgekeurde aanvragen worden op 28 mei door een nationale commissie tegen elkaar afgewogen volgens een tendersystematiek. Je hoort 7 juni of je aanvraag goedgekeurd is. Uiterlijk 30 juni 2021 moet de afwikkeling en uitbetaling afgerond zijn.

Wordt jouw aanvraag afgewezen, dan ontvang je eerder bericht. Streven is binnen drie weken na in de indiendatum of uiterlijk 7 juni.

Meer weten?

Neem contact op met de ROM uit jouw regio.

Nederland bleef innoveren in 2020 dankzij Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen

Resultaten ROM-Nederland 2020

 € 400 miljoen kapitaalverstrekkingen aan ruim 1050 bedrijven, 683 innovatieprojecten met een omvang van € 177 miljoen en 157 internationale bedrijven met 5.374 arbeidsplaatsen en € 1,1 miljard aan uitgelokte investeringen. De gezamenlijke Regionale OntwikkelingsMaatschappijen (ROM’s) betekenden in 2020 veel voor het innovatieve bedrijfsleven van Nederland. Regionale fondsen waren betrokken bij 64% van alle bedrijven die afgelopen jaar Venture Capital ophaalden en daarmee met afstand de meest actieve investeerders van Nederland.

Maar naast de kernactiviteiten (Innoveren, Investeren, Internationaliseren) tuigden de ROM’s ook binnen enkele weken de Corona-OverbruggingsLening (COL) op; daarmee hielpen ze 802 innovatieve Nederlandse bedrijven door de crisis die anders waarschijnlijk onderuit zouden zijn gegaan. De ontwikkelingsmaatschappijen vormen als regionale netwerken de ogen en oren van ondernemend Nederland. En hebben een belangrijke bijdrage geleverd om in een moeilijk jaar belangrijke innovatieve sectoren in Nederland te behouden en versterken.

Biologische compost om de bodem- en plantweerbaarheid te herstellen (Freesoil uit Limburg), een technologie die het kansrijke quantumcomputing schaalbaar gaat maken (Qblox uit Delft), een robot-assistent voor oogchirurgen (Preceyes uit Eindhoven) en een robot die bladeren en vruchten plukt van komkommer- en tomatenplanten (SAIA Agrobotics uit Wageningen). Een kleine greep uit de bedrijven die door de regionale ontwikkelingsmaatschappijen het afgelopen jaar geholpen zijn.

ROM’s bieden unieke infrastructuur om innovatie te stimuleren

De gezamenlijke jaarresultaten van de regionale ontwikkelingsmaatschappijen werden aangeboden aan Focco Vijselaar, DG Bedrijfsleven en Innovatie bij het ministerie van Economische Zaken en Klimaat: “De ROM’s zitten recht in het hart van innovatief en vernieuwend Nederland. Nu het netwerk bijna landelijk dekkend is, zijn de ROM’s een volwaardige, volwassen speler geworden in het ecosysteem. Een speler die wij hard nodig hebben om Nederland concurrerend te houden en verdiencapaciteit te ontwikkelen. En ervoor te zorgen dat de publieke belangen tegelijkertijd bereikt worden. Ik heb alle vertrouwen in een mooie toekomst met en van de ROM’s.”

“De samenwerking tussen de ROM’s was al sterk, maar het afgelopen jaar hebben we elkaar meer dan ooit gevonden,” zegt Rinke Zonneveld, directeur van InnovationQuarter en voorzitter van ROM-Nederland. “In slechts een maand hebben we de processen en systemen ingericht om de Corona-OverbruggingsLening (COL) uit te voeren voor het ministerie van EZK. Maar ook bij het opwerken van voorstellen voor het Nationaal Groeifonds hebben we samen opgetrokken. Het zijn namelijk onze innovatieve ecosystemen waarmee Nederland een groot deel van haar welvaart verdient, en die oplossingen bedenken voor heel de wereld. Van innovatieve kassen tot coronavaccins, van microchips tot duurzame luchtvaart.”

Resultaten 2020: € 1,1 miljard aan investeringen in de regionale economie

Innoveren

Misschien wel belangrijkste taak van de ROM’s is de ontwikkelingskracht: het opwerken en realiseren van innovatieprojecten, businesscases en innovatieprogramma’s met innovatieve mkb-bedrijven. Afgelopen jaar ging het om 683 innovatieprojecten met naar verwachting enkele duizenden bedrijven, op het gebied van energietransitie, voedseltransitie, grondstoffentransitie, gezond ouder worden, veiligheid en sleuteltechnologieën zoals quantum, waterstof en AI. De innovatieprojecten hebben een financiële omvang van € 177 miljoen. Vanuit de ontwikkelingstaak zijn de ROM’s ook nauw betrokken bij de meeste Groeifonds-aanvragen.

Investeren

De acht regionale ontwikkelingsmaatschappijen investeerden in 2020 in 256 innovatieve bedrijven met een investeringsvolume van ruim € 137 miljoen. Hiermee waren de ROM’s betrokken bij 64% procent van de bedrijven die afgelopen jaar venture capital wisten aan te trekken. Daarmee zijn ze met afstand de meest actieve investeerders van Nederland. Daarnaast verstrekten de ROM’s € 254,4 miljoen aan Corona-OverbruggingsLeningen aan meer dan 800 bedrijven.

Internationaliseren

Vanwege Corona is het totaal aantal bedrijven gedaald, maar het aandeel van de ROM’s in het totaal is gestegen. Afgelopen jaar waren de ontwikkelingsmaatschappijen verantwoordelijk voor 50% van alle internationale bedrijven die zich in Nederland vestigden (twee jaar geleden 37%). Afgelopen jaar trokken de ROM’s 157 internationale bedrijven aan naar Nederland. Die bedrijven investeren de komende 3 jaar € 1,1 miljard in de regionale economie en creëren meer dan 5300 arbeidsplaatsen. Samen met het Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA) en enkele stedelijke acquisitieorganisaties zijn de ROM’s verantwoordelijk voor het aantrekken van internationale bedrijven naar Nederland.

Dit jaar landelijk dekkend met oprichting ROM MRA/Noord-Holland

Op deze manier hebben de BOM, LIOF, Oost NL, InnovationQuarter, NOM, Impuls Zeeland, Horizon Flevoland en ROM Regio Utrecht het afgelopen jaar een belangrijke bijdrage geleverd aan de versterking van de innovatie- en concurrentiekracht in hun regio en in Nederland. Dit jaar wordt bovendien de ROM MRA/Noord-Holland opgericht, waarmee de regionale ontwikkelingsmaatschappijen volledig landsdekkend worden.

Klik hier voor een infographic met alle jaarresultaten in beeld.

Webinar terugkijken – De impact van de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen vanuit ondernemersperspectief. Terugblik en vooruitblik.

Maandag 17 mei was het webinar ’De impact van de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen vanuit ondernemersperspectief.’

In het webinar presenteerden we als ROMs onze gezamenlijke resultaten en blikten we vooruit. Dat deden we samen met Focco Vijselaar (directeur-generaal Bedrijfsleven en Innovatie EZK) en met Jacco Vonhof (voorzitter MKB-Nederland). Met ondernemers Tim Kreukniet van Trabotyx, Marco Snikkers van OneThird en Simone Keijzer van Gearbox Innovations spraken we over de toegevoegde waarde die de ROM-infrastructuur heeft en de impact die we kunnen en willen maken voor de economische structuur en innovatief ondernemerschap.

Bekijk hier de compilatie van het webinar in 3 minuten.

U kunt het webinar volledig terugkijken via onderstaande link:
Webinar – De impact van de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen vanuit ondernemersperspectief. Terugblik en vooruitblik..mp4 (vimeo.com)

ROMs vormen een bijna landsdekkend netwerk. We zijn dé verbindende schakel tussen nationaal en regionaal beleid, en binnen de triple helix; de overheid, kennisinstellingen en het bedrijfsleven. Bij ons draait het om de vragen: hoe zorgen we voor sterke gezámenlijke randvoorwaarden, zodat bedrijven, groot en klein, samen kunnen floreren? Hoe zorgen we dat van investeren in de regio héél Nederland de vruchten plukt? Laten we de krachten bundelen en samen maatschappelijke uitdagingen aangaan!

Laatste aanvraagmogelijkheid COL

De COL-regeling loopt sinds april 2020 en het beschikbaar gestelde budget van €300 miljoen is bijna uitgeput. Er is nog een laatste mogelijkheid om een COL aan te vragen en de indiendatum is 16 mei 2021. Na deze datum is het niet meer mogelijk een COL aan te vragen.

Aanvragen zullen volgens de eerder gehanteerde tendersystematiek beoordeeld worden. Dat betekent dat de ROM’s aanvragen regionaal beoordelen en een nationale commissie de goedgekeurde aanvragen tegen elkaar afweegt. Naast de formele criteria wordt ook gekeken naar kwalitatieve criteria als aantal fte, aansluiting bij het missiegedreven innovatiebeleid, aansluiting op ecosystemen en het belang van de innovatie. De nationale commissie komt op 28 mei bijeen. Terugkoppeling volgt 7 juni. Uiterlijk 30 juni 2021 moet de afwikkeling en uitbetaling afgerond zijn.

Wordt jouw aanvraag afgewezen, dan ontvang je eerder bericht. Streven is binnen drie weken na in de indieningsdatum.

Voor meer informatie klik hier.

 

Voucherregeling voor innovaties tegen voedselverspilling

Bedrijven die aan de slag willen met innovaties voor een circulaire voedselketen kunnen gebruik maken van de voucherregeling van Samen Tegen Voedselverspilling. De regeling stimuleert bedrijven om voedselverspilling te voorkomen en reststromen optimaal te verwaarden. Deelnemende bedrijven kunnen bijvoorbeeld experts inschakelen, een business case ontwikkelen of een innovatie opschalen naar productieniveau. De voucher vergoedt de helft van de kosten van het project, de andere helft draagt het bedrijf zelf bij. De waarde van de voucher ligt tussen € 5.000,- en € 17.500,-.

De regeling is mogelijk gemaakt door een financiële bijdrage van het Ministerie van Landbouw, Natuur & Voedselkwaliteit en Rabobank en wordt ondersteund door de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen. Ondernemers die gebruik willen maken van deze regeling vinden via deze link de spelregels en het aanvraagformulier.

Pure winst
Saskia van der Laan, manager business solutions bij Samen Tegen Voedselverspilling: “Ondernemers die een stapje hoger op de Ladder van Moerman zetten, werken aan pure winst. Elke euro die een bedrijf investeert in een bewezen oplossing tegen voedselverspilling betaalt zich veertien keer terug.”

Nieuwe productielijn Yespers: maximaal verwaarden van fruit
Ontbijt- en snackproducent Yespers doet mee aan de voucherregeling. Stefan Baecke, oprichter van Yespers: “Wij werken aan een nieuwe pilot-productielijn voor de verwerking van fruit, waarmee we niet alleen kijken naar de meest efficiënte output, maar ook naar het maximaal verwaarden van de input. Om de benodigde expertise in te huren bij Wageningen University & Research en een efficiënt proces in te richten, hebben we een aanvraag voor een voucher ingediend. Zo zetten we een stap vooruit naar een inclusieve en duurzame voedselketen. Het verminderen van voedselverspilling verlaagt de footprint, biedt kansen op meer inkomen voor boeren en creëert meer werkgelegenheid.”

Investeringen realiseren en nieuwe business case ontwikkelen
Alain Cracau, hoofd Duurzame Transities bij Rabobank: “Onze doelstelling is om zoveel mogelijk bedrijven te stimuleren initiatieven te nemen om voedselverspilling te voorkomen en waar mogelijk zo hoog mogelijk te verwaarden. Door de voucherregeling breder in te zetten, helpen we bedrijven nog beter hun investeringen hierin te realiseren en uiteindelijk een nieuwe business case te ontwikkelen.”

Over de stichting Samen Tegen Voedselverspilling
De stichting Samen Tegen Voedselverspilling, gevestigd in Meierijstad, is hét ecosysteem waarin alle belangrijke initiatieven, expertise en krachten tegen voedselverspilling in Nederland worden samengebracht en versneld. Hierin werken bedrijven uit de hele keten, overheid, maatschappelijke organisaties en kennisinstellingen aan een gezamenlijke agenda met als concrete doelstelling om jaarlijks 1 miljard kilo extra aan voedsel binnen de voedselketen te behouden. De stichting werd opgericht in december 2018 en vloeide voort uit de Taskforce Circular Economy in Food. Dragende organisaties van de stichting: Food Tech Brainport, Gemeente Meierijstad, Ministerie van LNV, Provincie Noord-Brabant, Rabobank en Wageningen University & Research.

Corona-OverbruggingsLening verlengd, aanvragen vanaf vandaag mogelijk

De verlenging van de Corona-OverbruggingsLening (COL) voor startups, scale-ups en innovatieve MKB’ers is inmiddels een feit. Innovatieve ondernemers die in zwaar weer zitten vanwege Covid19 kunnen vanaf vandaag een aanvraag indienen via de portal.

Overbruggingskrediet voor startups, scale-ups en (innovatieve) mkb-ers

De Corona-OverbruggingsLening (COL) is een noodkrediet voor innovatieve ondernemers en mkb-ers zonder bancaire kredietrelatie die in financiële problemen zijn gekomen door Covid19. In totaal is er €300 miljoen beschikbaar gesteld door het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK). Op verzoek van EZK verstrekken de regionale ontwikkelingsmaatschappijen (ROM’s) overbruggingsleningen tussen de €50.000,- en €2 miljoen onder gunstige condities.

Aanvragen voor de COL waren in eerste instantie mogelijk tot eind september. Na beoordeling van alle aanvragen is er nog een bedrag van ruim €35 miljoen onbenut. Gezien het verloop van het economisch herstel en het resterende COL-budget heeft het kabinet besloten de regeling te verlengen tot uiterlijk 30 juni 2021.

Rinke Zonneveld (directeur InnovationQuarter) namens de ROM’s: “Bij de start van de COL hoopten we dat deze regeling enkele maanden nodig zou zijn en de situatie eind 2020 weer ‘normaal’ zou zijn. De praktijk is helaas anders. Covid19 houdt Nederland en het bedrijfsleven nog steeds stevig in zijn greep. We onderschrijven dan ook het besluit van het kabinet om de COL-regeling te verlengen en zo ondernemers door deze crisis te helpen zodat zij kunnen blijven innoveren. Want innovaties zijn essentieel om onze economie weer op peil te krijgen na de crisis.”

Aanvragen mogelijk vanaf 4 januari 2021

De online aanvraagportal gaat vandaag weer open. Aanvragen zullen volgens de eerder gehanteerde tendersystematiek beoordeeld worden. Dat betekent dat de ROM’s aanvragen regionaal beoordelen en een nationale commissie de aanvragen tegen elkaar afweegt. Naast de formele criteria kijken zij dan ook naar kwalitatieve criteria als aantal fte, aansluiting bij het missiegedreven innovatiebeleid, aansluiting op ecosystemen en het belang van de innovatie. Bedrijven die eerder een COL toegekend hebben gekregen, kunnen niet opnieuw aanspraak maken op de COL-regeling.

Maurice van Tilburg van Techleap vertelt: “We merken dat de huidige toename van het aantal Corona-gevallen en de bijbehorende maatregelen het herstel van startups raakt. Het verkrijgen van kapitaal en uitrol van producten wordt bijvoorbeeld verder vertraagd. We zijn blij dat de COL langer beschikbaar wordt gemaakt en zullen samen met de partners dit proces wederom via de aanvraagportal faciliteren.”

Meer informatie

Corona-OverbruggingsLening verlengd, aanvragen vanaf vandaag mogelijk

 

RaboResearch: regio’s hebben hun eigen, unieke kracht

Op 24 november organiseerden de ROM’s een webinar met Otto Raspe, Hoofd RaboResearch Nederland Regio’s en Thema’s. Hij ging tijdens dit webinar in op de economische groei én brede welvaart in Nederlandse regio’s en formuleerde de opgaven waar verschillende typen regio’s voor staan en ze aan zouden moeten werken. Onderstaand de verslaglegging van dit webinar.

De wereld versus regio

Het klinkt een beetje als een contradictio in terminis, maar de onderzoeken wijzen het echt uit: hoe meer de economie wereldwijd vervlochten is, des te belangrijker wordt de rol van de regio’s daarin. Hoofd RaboResearch Otto Raspe legde in een webinar glashelder uit hoe dat zit. Daar kan elke regio zijn voordeel mee doen.

In de wereld van nu, en van straks al helemaal, gaat het niet meer puur en alleen om economische groei. De brede welvaart wint aan belang. De economie vinden we met zijn allen heus nog belangrijk. En nog altijd meten we de vooruitgang van ons land vooral aan de hand van het BNP. En dat is zo’n gek instrument nog niet, want steeds weer blijkt er een direct verband tussen economische ontwikkeling en het geluksgevoel van het volk.

Onderzoeker Otto Raspe kijkt dieper. Hij ziet dat er duidelijke verschillen zijn tussen de regio’s in Nederland, hij ziet dat het aandeel van de ene regio in het BNP groeit, terwijl andere regio’s juist relatief achteruitboeren. Eindhoven Brainport bijvoorbeeld is zo’n stijger, terwijl het zuidelijk deel van de randstad zich meer zorgen moet maken.

Radertjes

Waar ligt dat aan? Zeker niet aan één ding, maar altijd aan een combinatie van factoren. Wat wel het agglomeratie-effect wordt genoemd, is daarin belangrijk. Waar mensen en bedrijven clusteren, ontstaan voordelen die kunnen uitmonden in versnelde economische groei. In een stad gebeurt plat gezegd meer dan in een dorp. Raspe: ,,Waar de geografische dichtheid toeneemt, zie je de productiviteit verhogen, maar ook het gemiddelde inkomen. Mensen worden slimmer, gezonder en blijer in een groenere omgeving, met minder criminaliteit.’’

Moeten we dan maar alles volbouwen? Dat dan ook weer niet. Het succes van een regio is namelijk afhankelijk van pakweg acht radertjes die het wiel van de vooruitgang in beweging zetten. Zit er zand in één van die radertjes, dan vertraagt het hele wiel. Waar gaat het dan om? Het gaat om clusters van bedrijvigheid, om de mate van ondernemerschap, om de aanwezigheid van human capital, om de kennisinfrastructuur, de fysieke infrastructuur, het aanbod van financieringen, de governance en het leef-woonklimaat.


Zet je die radertjes op een rijtje, dan heeft elke regio er heel wat in de aanbieding. Raspe: ,,Er is niet één formule die op elke regio geplakt kan worden.’’ Waar op de ene plek de fysieke infrastructuur top is, kan elders het leef-woonklimaat uitblinken. Je ziet meer en meer dat regio’s die het op al die factoren goed doen, de sterkste groei laten zien. En ook dat regio’s die het op één van die factoren duidelijk minder doen, in het totale beeld achterblijven.

Elk regio eigen groeimodel

Laat een groep mensen invullen wat ze nu écht waardevol vinden, en je krijgt een veel breder beeld dan inkomen alleen. Scholing, leefomgeving, veiligheid, sociale interactie, sport, cultuur, gezondheid, dat zijn factoren waar we belang aan hechten. Raspe: ,,Het is onzinnig om het economisch verdienmodel na te streven dat van bijvoorbeeld de regio Amsterdam een succes maakte. Als je nu kijkt op de kaart met brede welvaart, blijft dat gebied juist achter. En dat zie je terug in de bijdrage van zo’n regio aan het BNP. Elke regio verdient een eigen model.’’

De regionale motoren van nu en straks zijn verschillend. Elke regio moet inzetten op zijn eigen krachten. Rust, ruimte, onderwijsaanbod, veiligheid, sociale cohesie, of juist innovatiekracht, inkomens, werk en milieu. De overheid kan daarbij een handje helpen. Door financieringen beschikbaar te stellen om de innovatiekracht en het ondernemerschap te versterken bijvoorbeeld. Zo blijf je goed in de radertjes van het wiel die al sterk zijn, en verstevig je de radertjes die extra aandacht behoeven.

 

U kunt het webinar (nogmaals) volgen door op deze link te klikken.

De presentatie van Otto Raspe vindt u hier.

Update over Corona-OverbruggingsLening

Op 27 oktober 2020 presenteerde het kabinet aanvullingen op het steun- en herstelpakket. Over de COL is het volgende gecommuniceerd in de Kamerbrief: ‘Er zijn twee rondes Corona overbruggingsleningen via de ROM’s gedaan. Hiervoor is eerder € 300 miljoen beschikbaar gekomen. Bij het sluiten van de oorspronkelijke termijn is nog € 50 miljoen onbenut en is besloten de COL te verlengen om zo liquiditeit voor start- en scale-ups en non-bancaire financiers beschikbaar te houden’.

Link naar Kamerbrief.

De ROM’s zijn momenteel met EZK in gesprek over de voorwaarden. Zodra meer hierover bekend is zullen we dit breed communiceren.

‘Wie voedsel verspilt, verspilt niet alleen eten maar ook land, water en energie’

Wereldwijd wordt ongeveer een derde van al het voedsel verspild, ergens tussen ‘boer en bord’. In Nederland ligt dat percentage iets lager: ongeveer 20%.  De Stichting Samen Tegen Voedselverspilling (STV) daagt iedereen uit vanaf 1 september een week lang zo min mogelijk voedsel weg te gooien. “Wie voedsel verspilt, verspilt niet alleen eten maar ook land, water en energie,” zegt Els van Diermen, manager Business Solutions bij STV. “6% van de CO2-uitstoot komt van de productie van voedsel dat later wordt weggegooid. Minder verspilling is goed voor het milieu, én voor de portemonnee.” De Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROMs) ondersteunen de initiatieven van STV en gaan via het programma ‘Voedselwaarde’ gezamenlijk de strijd aan tegen voedselverspilling.

 

‘Kopen, koken en bewaren’

Om de groeiende wereldbevolking te voeden moeten we steeds meer voedsel produceren. De uitdaging is om dit zo efficiënt mogelijk te doen en zo min mogelijk grondstoffen en voedsel te verspillen, vanaf het moment van verbouwen, tot het moment van consumeren. “In de westerse wereld zit veel verspilling bij de consument. Het eten is te goedkoop. Veel mensen gooien bijvoorbeeld te veel gekookte pasta of rijst weg. Mijn leus is: kopen, koken en bewaren.” In minder ontwikkelde landen vindt de verspilling vooral plaats bij transport en opslag. Van Diermen: “Houdbaarheid speelt daarbij een belangrijke rol. Hoe beter de koeling en hoe langer de houdbaarheid, des te minder bederf.” Een goede afstemming in de keten is ook belangrijk om verspilling tegen te gaan: “Stel je hebt als teler een goede oogst aardbeien, dan moet een supermarkt daarop inspelen; met speciale acties die de consument verleiden tot aankoop.”

 

Technologie in de strijd tegen verspilling

Om verspilling te voorkomen worden nieuwe technologieën ontwikkeld. Van Diermen weet talloze voorbeelden te noemen. Het bedrijf One third ontwikkelde een technologie die groente en fruit scant en de houdbaarheid kan voorspellen. Op basis daarvan bepaalt een groothandel welke partij als eerste naar de supermarkt moet, en welke nog even kan blijven liggen. Het systeem van Wasteless zorgt ervoor dat producten in de supermarkt automatisch goedkoper worden naar mate de houdbaarheidsdatum dichterbij komt. Van rijpe bananen die anders weggegooid worden, maakt Sunt bananenbrood. Bestelbewuster is een tool om zakelijke lunches te bestellen en minimaal 50% verspilling te voorkomen. MaGie Creations maakt van bierbostel – de afvalstroom van bierbrouwerijen- gezonde en voedzame producten.

 

Gezamenlijke aanpak werkt

In de Verspillingsvrije week van 1 t/m 7 september kunnen consumenten meedoen met diverse challenges, zoals ‘Ga aan de slag als verspillingsvrije kok’. De stichting richt zich niet alleen op consumenten maar inspireert ook bedrijven aan de slag te gaan tegen verspilling. Horecaondernemingen kunnen zich aanmelden voor de Food Waste Challenge. Veel bedrijven en organisaties, waaronder de ROMs, hebben zich aangesloten bij de stichting. “Als je samenwerkt kom je gewoon verder,“ zegt Van Diermen. “Een voorbeeld: je wilt een product maken uit een reststroom. Dat is vaak duurder dan een regulier product en wordt daarom misschien niet verkocht. Als je in contact komt met bedrijven die al ervaring daarmee hebben, leer je wat werkt en wat niet. Samen kun je nieuwe oplossingen verzinnen. Het zijn vaak complexe problemen, een gezamenlijke aanpak werkt. We inspireren elkaar.”

 

Business Innovation Program Food

Over de samenwerking met de ROMs is Van Diermen zeer te spreken: “De samenwerking verloopt heel goed. Ik ben heel blij met de deelname en activiteiten van de ROMs, en met hun netwerken. Zij hebben een grote achterban van bedrijven die zij kunnen inspireren. Bijvoorbeeld met het ‘Business Innovation Program Food’. Ondernemers gaan de slag met een kansrijk idee om in 10 weken tijd tot een goede businesscase te komen, gericht op minder verspilling of op het beter ‘verwaarden’ van voedsel. De eerste groep start in september.”

 

‘Ultieme streven is 0% verspilling’

Zijn we met z’n allen al een beetje op de goede weg? “We doen het best goed,” vindt Van Diermen. We mogen het niet laten versloffen maar als je naar de consumentenkant kijkt: In de afgelopen jaren zijn we van 42 kilo afval per consument per jaar gedaald naar 34 kilo. Het ultieme streven is nul kilo en dat moet ook kunnen. Verspilling is niet nodig. Maar we zijn ook tevreden met 21 kilo in 2030. Dan hebben we een van de zogenoemde “Sustainable Development Goals” van de Verenigde Naties gehaald: 50 % minder verspilling in 2030 ten opzichte van 2015.”

Els van Diermen 

Els van Diermen
manager Business Solutions bij
Stichting Samen Tegen Voedselverspilling

 

Bent u als ondernemer geïnteresseerd in het Business Innovation Program Food? Neem contact op met Annemarie van Vilsteren (annemarie.vanvilsteren@oostnl.nl) of Linda van Mierlo (lvanmierlo@bom.nl)